Middeleeuwen en de geschiedenis van kerkorganen

hauptwerk

Het pijporgel, ook bekend als orgeltoetsenbord, is een snaarmuziekinstrument dat geluid genereert door lucht door de open orgelpijpen te dwingen die speciaal zijn gekozen uit een piano- of orgeltoetsenbord.

De leidingen worden meestal in sets gegeven, elk van hen met een vergelijkbaar gewone tempo en toon door het PIANOS-toetsenbordkompas. Ze worden handmatig afgestemd met behulp van ivoorsleutels die zijn aangesloten op een drumstick of een stalen sleutel die is bevestigd aan een pianotoetsen, of beide. De meest voorkomende vorm van een pijporgel bestaat uit een kolom en de hoogte is meestal lager dan de diameter. Sommige kerkorganen zijn echter veel groter. Alle kerkorganen hebben de klok, een metalen buis, klok-tand bevestigd aan het uiteinde van de buis, en de rest een flexibele buis, bedekt met doek, met luchtgaten binnen.

Tegenwoordig hebben digitale kerkorgels de traditionele pijporganen vervangen. Digitale technologie heeft hen in staat gesteld compacter zijn dan de oude modellen. Sommige van de digitale kerkorganen worden digitale synthesizers genoemd. Ze maken gebruik van digitale synthese en geluidsopwektechnieken. Deze digitale kerkorganen hebben veel nieuwe functies opgericht, zoals pitch-controle en variabele resonantie.

De populariteit van elektronische orgelmuziek begon in de 20e eeuw. Church Orgel Music werd populair in de 20e eeuw vanwege de komst van organen met elektronische mogelijkheden. Church Organ Music speelde een belangrijke rol in de geestelijk opbeurend bewegingen bij mensen. Zelfs vandaag voeren sommige kerken muzikale diensten uit met digitale kerkorganen in plaats van traditionele organen.

In de vroege eeuwen, vóór de renaissance, werden kerkorganen voornamelijk gemaakt van hout. Houten kerkorganen werden gemaakt voor alleen het gebruik van de kerk. De draaibank, die het lichaam en de kleppen vasthoudt voor het reguleren van de toon, moest worden gemaakt van hoogwaardig metaal dat sterk genoeg was om de druk te weerstaan die wordt veroorzaakt door de organen. Metaaloxiden werden gebruikt voor het lichaam van de organen in deze eerdere kerkmodellen.

In de Renaissance-periode werden kerkorganen geavanceerder en complexer.

De ontwerpen werden uitgebreider en het pijpwerk werd ingewikkeld. De materialen voor kerkorganen tijdens deze periode waren keramiek, koper, messing en soms goud. De draaibank en kleppen voor regulering van de toon werden veel geavanceerder. Deze wijzigingen hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de mechanische klepmachines genaamd pulmonizers.

Tijdens het Italiaanse Renaissance-tijdperk was er een regent genaamd Ludovico Bregano die de eerste elektronische kerkorgel in 1494 heeft gebouwd. Het instrument is gemaakt door Antonio Salieri. Dit instrument werd gebruikt tijdens massale vieringen in de Italiaanse stad Rome. De machine werd gedemonteerd en in de sistine kapel gezet als een decoratie. De eerste verzending van de elektronische kleperkerklekbuizen uit Italië naar de Franse stad Orleans, waar de eerste authentieke kerkorgaan werd geplaatst, was afgewerkt in 1502.

Klik om meer te lezen: Noorlander Orgels